Beste leden en in het bijzonder verlofhouders,
 
De beoefening van de schietsport en de wapenwetgeving zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Immers, het belangrijkste dat de sportschutter nodig heeft bij de beoefening van zijn sport is een vuurwapen. Aan het voorhanden hebben van deze wapens, alsmede het gebruik daarvan, is door de Nederlandse Overheid strenge regelgeving opgesteld. Deze regelgeving is vastgelegd in de Wet wapens en munitie (WWM) en de bij deze wet behorende Uitvoeringsvoorschriften, te weten de Regeling wapens en munitie (Rwm) en de Circulaire wapens en munitie (Cwm).
 
De belangrijkste informatie voor verenigingsbestuurders van schietsportverenigingen en sportschutters zelf, met betrekking tot het voorhanden hebben en gebruiken van vuurwapens voor de schietsport, is geregeld in de Circulaire wapens en munitie.
E├®n van de vereisten in de Circulaire WWM is dat de verlofhouder per jaar minimaal 18 schietbeurten laat aftekenen.
 
Afgelopen jaar is de vereniging natuurlijk lange tijd gesloten geweest in verband met de coronapandemie. Bij het beoordelen van de haalbaarheid van de 18 schietbeurten per jaar zal Korpscheftaken rekening houden met de periode dat de vereniging gesloten is geweest.
Nu de vereniging de deuren weer heeft mogen openen, herleeft daarmee de wettelijke plicht te streven naar het maken van minimaal 18 schietbeurten. Niet dat er een inhaal race moet plaatsvinden, maar indien langere tijd niet geschoten wordt, terwijl de vereniging open is, kan dat met zich meebrengen dat door Korpscheftaken vragen gesteld gaan worden.
 
Bij deze dus het advies aan in het bijzonder de verlofhouders op regelmatige basis een schietbeurt af te laten tekenen.
 
Hoogachtend,
Het bestuur